Reisblog november 2025
- bramaveresch
- 23 okt
- 23 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 14 nov
In november 2025 is het bestuur van Be-Come met een aantal gasten weer op reis naar Kenia. Ze vertrekken op 3 november en hieronder wordt een blog bijgehouden.
Prachtig tergende tegenstellingen
Geschreven door Matthieu
4 november — na een voorspoedige vlucht en een korte nacht in Nairobi, volgde vandaag het eerste deel van de reis: van Nairobi naar Nyeri.
Waar in Nederland de herfstbladeren massaal van de bomen vallen, is het in Kenia een kleurenfestijn van groen, paars en rood, dankzij een nieuw regenseizoen. Hoewel het maar een klein regenseizoen is, is het ook impactvol, zowel positief als negatief. Ja, het brengt de mogelijkheid voor nieuw leven en nieuwe oogst, maar in Chesongoch (Elgeyo-Marakwet County, West-Kenia) veroorzaakte een stortbui een aardverschuiving waardoor 1.000 huizen werden vernietigd en 21 mensen omkwamen. Elk bezoek bewijst dat Kenia een land van uitersten is. Prachtige gezichtspunten en ervaringen worden afgewisseld met tergende of, zoals met dit nieuws, ronduit verdrietige momenten.
Gisteren was het weerzien met Michael, onze chauffeur die ons keer op keer veilig van A naar B brengt, fijn — en ook het weerzien met het land zelf. De natuur is prachtig, de mensen zijn aardig, de olifant (die op dit moment te zien is vanuit ons slaapkamerraam in The Ark) indrukwekkend. Ik weet dat deze reis mooie ontmoetingen en ervaringen in het verschiet heeft. En toch is er ook een unheimisch gevoel. Niet zozeer over deze reis, maar over de staat van het land. Dat unheimische gevoel wordt gedeeld door de mensen die ik langer spreek. Achter de façade van gastvrijheid gaan zorgen schuil. Ja, er worden actief huizen gebouwd, maar wel door Chinezen. Ja, er komt meer toerisme, maar de park fees blijven maar stijgen als extraatje voor politici. Ja, er zijn zeldzame metalen in de grond gevonden, maar de Amerikanen, Australiërs, Chinezen en Europeanen zitten er bovenop.
Ja, het land ontwikkelt zich, maar wie profiteert daarvan?
Het is niet nieuw: Kenia heeft een rijk verleden — en ook een verleden aan politici die zichzelf verrijken. Het land heeft veel potentieel, maar moeite om dat potentieel om te zetten in productiviteit. Het is een van de weinige democratische landen in de regio (zo niet het enige) met een systeem waarin politiek succes afhangt van hoe diep je in de buidel kunt tasten.
Een land vol tegenstellingen. Prachtig en tergend langzaam. Terwijl ik vanuit het hotel uitkijk over de waterpoel, realiseer ik me dat het mij hetzelfde gevoel geeft. Op het oog verandert er niets en lijkt er geen ontwikkeling, totdat er opeens iets uit het struikgewas opduikt wat je niet zag aankomen. Ik ben benieuwd wat deze reis in petto heeft…


Safari door Kenia verveelt nooit:
Geschreven door Theresia
5 november - Na een korte nacht, waarbij we eenmaal zijn gewekt door één bel (= olifant gespot), zitten we om 6 uur ’s ochtends aan het ontbijt. We worden gewekt door een korte klop op de deur van het personeel, een wekker die zijn werk doet!
Hier in Kenia, bij de wat luxere hotels, is het ontbijt vaak een mix van typisch Engels: ei, spek en bonen in tomatensaus, aangevuld met toast en yoghurt. Heerlijk dus.
Om half zeven zitten we in de shuttlebus die ons naar de ingang van Aberdare Park brengt. Daar staan Michael en Sam (onze chauffeurs tijdens deze reis) ons al op te wachten met de koffers ingepakt.
We stappen in voor een lange rit naar Nakuru, wat zo’n vier uur rijden is.
Het valt op dat de weg erg rustig is. Michael vertelt dat dit mede komt door het gebrek aan werk voor dagloners. Deze, armere laag, moet iedere dag opnieuw op zoek naar werk. Vaak betalen ze met het weinige geld dat ze hebben een rit op de boda boda (brommer) om naar de drukkere/rijkere gedeeltes te komen. Er is echter zo weinig werk dat men de boda boda’s niet meer neemt. En dat maakt het veel rustiger op de weg. Het overige verkeer is buiten de grote steden niet zo snel van zijn stuk te brengen. Een kudde koeien op de weg is een kwestie van langzaam maar zeker tussen de dieren doorrijden. Daarnaast rijden er nog steeds bontgekleurde sacco’s, vrachtwagens met enorme ladingen en is er ook een continue stroom van wandelende mensen langs de weg. Er blijft in Kenia genoeg te spotten. Sommige wandelaars moeten elke dag een uur heen en een uur terug lopen; voor de kinderen geldt hetzelfde als ze naar school gaan.
We maken een tussenstop op de evenaar, die ook dwars door dit land loopt. Inmiddels zijn Teun en Matthieu ervaren genoeg om te weten dat het handig is om hier één persoon te vragen een demonstratie voor de gehele groep te geven. Het Corioliseffect, dat in 1835 voor het eerst door de Franse wiskundige Gaspard-Gustave de Coriolis werd beschreven, blijft een schouwspel. Onze instructeur legt uit dat je met dit effect kunt zien aan welke kant van de evenaar je toilet staat: spoelt het water met de klok mee (noordelijk halfrond) of juist tegen de klok in (zuidelijk halfrond)? Zelfs de kruinen op onze hoofden hebben de draai die hoort bij het halfrond waar je geboren bent. De schepping verveelt nooit!
Na deze tussenstop komen we rond elf uur aan bij Lake Nakuru National Park. We zullen de rest van de dag doorbrengen met het dak van de jeep open en onze verrekijkers in de aanslag om wild te spotten. Bij de ingang wachten de eerste zebra’s ons al op. Na een tijdje gereden te hebben, zien we een aantal auto’s die gestopt zijn — dat betekent vaak bijzonder wild! En ja hoor, midden op de weg loopt een eenzame, vermoeide leeuwin die op zoek lijkt te zijn naar haar familie. Ze trekt zich niets aan van al die auto’s en loopt zó dichtbij dat je haar zou kunnen aaien. We zoeken naar de rest van de troep, maar die blijft onvindbaar. In de uren die volgen spotten we nijlpaarden, antilopen, bavianen, zeeën van prachtige vogels (o.a. pelikanen, flamingo’s, lepelaars, soorten steltlopers, zadelbekooievaars, visarenden en de Afrikaanse kuifarend), witte neushoorns, giraffen, buffels, hyena’s en zelfs één zeldzame zwarte neushoorn. Je kijkt je ogen uit!
We ontmoeten onderweg een groep kinderen van Boma Letu, die voor het eerst van hun leven deze dieren in het wild zien. De vaste kok van de school is ook mee: zij is in haar 35 jaar nog nooit buiten Busia geweest.
We eindigen onze dag in het hotel, waar we moe maar voldaan onze ogen kunnen sluiten.




De stammen van Ubuntu
Geschreven door Matthieu
6 november - Vandaag start de dag wat later, zodat we wat langer kunnen slapen om alle indrukken te verwerken. Acht uur ontbijt en dan om negen uur de auto in. De kinderen zijn een half uur eerder vertrokken vanuit hun hotel. De planning is om ze rond lunchtijd in te halen en dan samen te lunchen.
Vandaag rijden we van Nakuru, via Kericho en Kisumu, naar Kakamega. Vanuit Kikuyu-stamgebied door de landen van de Kalenjin-Kipsigis naar het Luhya-gebied. Het onderscheid in stammen is nog steeds belangrijk in dit land, hoewel het niet meer zo is dat alle 42 stammen zich actief van elkaar onderscheiden. Sommige stammen zijn tegenwoordig meer substammen. Kipsigis, Nandi, Pokot en Tugen zijn een paar van de substammen die onder de Kalenjin vallen. Mijikenda (een stam) betekent letterlijk: negen gemeenschappen of stammen.
Echter, er blijft veel meer onderscheid binnen Kenia dan binnen de meeste Europese landen, of zelfs Europa als geheel. Eén oorzaak is er niet, maar er zijn een aantal factoren die daar een rol in spelen. Ten eerste kennen de stammen in het land drie verschillende etnische oorsprongen
* Bantoe (vanuit Centraal-Afrika)
* Nilotisch (vanuit het noorden, afgedaald via de Nijl)
* Koesjitisch (vanuit de kust en de Hoorn van Afrika)
Dat betekent in de basis een onderscheid in taal, cultuur en religie.
Ten tweede heeft Kenia een jonge geschiedenis. Er zijn weinig mensen die je iets kunnen vertellen van voor het koloniale tijdperk in Kenia (1895–1963).Toch is er meer aan de hand dan alleen de invloed van het koloniale verleden. Waar andere Afrikaanse landen trots zijn op hun erfenis (zoals Egypte, Benin, Kush of Congo), mist dat in Kenia. Deels kan dat liggen aan kolonialisme, maar een deel valt ook te verklaren door ubuntu. Samengevat is ubuntu een filosofie die zich richt op het ‘leven in het nu’ met je mede-stamlid. Daardoor was er minder focus op het verleden en dus ook op het bouwen van (graf)monumenten. De Kikuyu, bijvoorbeeld, begroeven hun doden niet, maar lieten hen in het woud achter om opgegeten te worden door wilde dieren.
Gek genoeg zou je vanuit ubuntu ook meer samenhorigheid verwachten, maar die samenhorigheid focust zich met name op de eigen stam. Dat komt vooral door een derde oorzaak: de manier waarop sinds de onafhankelijkheid politiek bedreven wordt. Politici en kiezers leven in een client-patron-systeem. Een MP (gekozen politicus) moet vooral zijn eigen tribale achterban tevreden houden. Een parlementslid dat een school in zijn eigen dorp financiert, verwacht in ruil daarvoor stemmen bij de volgende verkiezingen. Tel daar het nepotisme en de zelfverrijking bij op en je krijgt een mix die eerder verdeeldheid zaait dan samenhorigheid.
Terwijl deze gedachten door mijn hoofd spelen, slingert de weg zich door het groene hoogland van Kericho. We rijden voorbij eindeloze theevelden. Regelmatig in een kolonne van vrachtwagens die met een slakkengang de hellingen van het hoogland beklimmen. Af en toe worden we opgeschrikt door een inhaalactie van een Keniaanse waaghals die, met gevaar voor eigen leven, zijn auto tussen de vrachtwagens en landrovers door manoeuvreert. Met ingehouden adem kijken we toe hoe hij het op het nippertje redt. Met een uitzicht van groene theevelden tegen een bosrand van naaldbomen vliegt de tijd voorbij.
Voor we het goed en wel doorhebben, is het tijd voor lunch met de kinderen. Dat gaat nu nog in gescheiden groepen; het is immers niet gepast de benefactor te storen. Daarnaast bestaat er enige schroom bij het benaderen van mzungu’s. Het is toch vreemd om dertien personen met een blanke kleur te zien in een wereld van donkerbruin. Evenals het wonderlijk is om één van de blanken te zijn in een wereld die anders werkt. Het herinnert me eraan hoe groot de afstand soms nog is tussen onze werelden, ondanks de glimlach en de begroeting. De komende dagen op het project zullen we ongetwijfeld meer naar elkaar toegroeien.
Tijd voor het laatste stuk rijden naar Kakamega. Vergezeld door een fikse regenbui rijden we richting het laatste stukje overgebleven oerwoud van Kenia. We komen rond 16.00 uur aan. Inchecken, opfrissen en dan even een beetje ubuntu – verbonden met elkaar, onderweg in dit land vol stammen en verhalen.




Plenty be found within our borders
Geschreven door Theresia
7 november - We worden vandaag gewekt door het vrolijke gefluit van de kanaries die hier rondvliegen in Kakamega. Na ons ontbijt rijden we richting het enige tropische regenwoud in Oost Afrika. Vroeger liep het woud helemaal langs de evenaar tot aan Congo toe (Guineo-Congolian Forest).
Er waren geen tot weinig menselijke bewoners, de wilde dieren hadden dit als hun rijk.
Helaas is dat niet zo gebleven. In het koloniale tijdperk was er plek nodig voor de settlements en zijn grote delen weggekapt. In Kakamega rest nu nog zo’n 204 vierkante kilometer aan regenwoud. Daarin is er een oud en een nieuw gedeelte; tot 2003 was er vrijwel geen beheer over het woud. Hierdoor gebruikten de lokale bewoners het om delen om te kappen en er mais te planten. Je kan heel duidelijk aan de bomen zien wat bij het oorspronkelijke bos hoort en waar er nieuwe bomen zijn geplant.
We hebben het geluk om, naast veel verschillende vogels te horen en vlinders te zien, de laatste drie apensoorten die hier nog wonen te spotten. De blauwe apen, roodstaartapen en zwart-witte franje apen.
Na ongeveer 2 uur met onze lokale gids, Winiston, op pad te zijn geweest door het drassige woud is het tijd om onze schoenen een wasbeurt te geven en weer verder te rijden.
Onze volgende stop is de plek waar we de komende dagen zullen verblijven en waar we met name voor zijn gekomen: Boma Letu.
Onderweg zien we het landschap opnieuw veranderen. Het valt vooral op dat we in armer gebied komen. Er lopen mensen op blote voeten, er ligt meer afval langs de weg en de huisjes zijn primitiever.
Aangekomen op Boma Letu worden we warm verwelkomt. Zoals altijd is het eerste wat er gebeurt het hijsen van de vlag. Dat is hier niet een kwestie van de stok in de mast steken. De meiden, in hun nieuwe scouting uniformen, staan strak opgesteld. Met een valse blokfluit wordt het startsein gegeven. Een meisje stapt naar voren en geeft de groep een aantal commando’s, die keurig worden opgevolgd. Dan stappen twee meiden op commando naar voren. Allereerst wordt de Keniaanse vlag gehesen en wordt er een engels couplet van het volkslied gezongen. De tekst raakt op deze plek:
O God of all creation
Bless this our land and nation
Justice be our shield and defender
May we dwell in unity
Peace and liberty
Plenty be found within our borders.
Het is als buitenstaander soms wat moeilijk om te begrijpen wat de gedachtegang van al deze miljoenen mensen hier is, maar wat een krachtig gebed richting de Schepper. En wat bidden we dit land deze woorden toe!
Na de Keniaanse vlag volgt de Nederlandse. Ook hier klinkt het volkslied, couplet 1 en 2 vanuit een stereotoren.
De eerste zingen we natuurlijk uit volle borst mee, van de tweede hebben de meesten van ons nog niet eerder de tekst gehoord. We krijgen een korte rondleiding in de zinderende hitte. Als je vanaf het terrein waar de school en het weeshuis staan naar beneden loopt, kom je door een deel van de gemeenschap van Matayos. De meeste mensen hebben een klein stukje land naast hun hut. Boma Letu bezit ook flink wat land, wat ze gebruiken om zelfvoorzienend te kunnen leven. Phaustine en Brevin(de projectleiders van Boma Letu) laten ons zien wat ze hebben geplant: bananenbomen, mais, zonnebloemen, cassaveplanten en helemaal onderaan de visvijvers. Ze proberen het land niet uit te putten en rouleren de gewassen. De monden van de kinderen kunnen er mee worden gevoed. Bij de visvijvers is ook een waterpunt. Dit is aangelegd zodat de hele community kan profiteren van schoon water. We zien kinderen van nog geen 8 jaar oud met jerrycans lopen die ze vullen. Omdat er sinds vorige week zondag geen elektriciteit is in de regio(die valt hier met regelmaat uit en dan is het maar afwachten wanneer het weer wordt gerepareerd), moet ook Boma Letu hier water halen. Normaliter is er een pomp die het werk doet, maar die werkt nu niet. Dus wordt er iedere dag zo’n 500-1000 liter aan water naar boven gesleept. Het zijn van die dingen die het leven in Nederland even in een heel ander perspectief zetten.
We nemen een kijkje in de slaapzalen van de jongens en de meiden en het kippenhok. De lucht betrekt echter snel en we besluiten om morgen de rest van de rondleiding af te maken. We worden hartelijk uitgezwaaid en rijden naar ons hotel. Hier genieten we van een welkome douche. Die zijn hier ook wat anders dan gewend: met een elektrische kabel wordt de douchekop verwarmt. Het onweert buiten, dus dat wordt een snelle wasbeurt…
Ons diner zal straks klaarstaan en dan kunnen we opnieuw terugkijken op een bijzondere dag vol ervaringen en ontmoetingen. Het is een voorrecht om dit mee te mogen maken!




Zorgen voor de toekomst en leven in het nu
Geschreven door Matthieu
8 november - Het is zaterdagochtend, negen uur. Vandaag staan we onder de blauwe hemel en in de gouden zon, maar zonder harmonieorkest, in gelid klaar voor de fanfare ter ere van de kinderen die dit jaar geslaagd zijn. Het is nog even wachten op de brassband, die in aantocht is. In Kenia is het vaak afwachten hoe lang we precies moeten wachten, maar in de tussentijd hebben we genoeg handen te schudden en foto’s te maken.
Uiteindelijk arriveert de brassband en trekken we door de groene heuvels naar Boma Letu voor de ceremonie. De stoet trekt natuurlijk veel bekijks. Wanneer zie je nou een brassband en een hele stoet kinderen in vol ornaat, vergezeld door mzungu’s? We hebben in ieder geval niet te klagen over een gebrek aan publiek. Veel van dat publiek bestaat uit andere kinderen die de hele route met ons meelopen. Het lijken er niet alleen veel — het zijn er veel. Alleen al in de gemeenschap van Boma Letu zijn er naar schatting 220 gezinnen. Gemiddeld krijgen die gezinnen zes kinderen. Dus rond Boma Letu zijn het er in potentie al 1300. Ouders kunnen financieel gemiddeld maar voor één kind zorgen. De rest van de kinderen zwerft vaak wat rond en is niet altijd welkom thuis. Per week overlijden er volgens de locals twee kinderen. Dat betekent dat er een hoop kinderen zijn die vrij door het landschap dwalen, met slechts een soort van thuis. Voldoende publiek dus voor een optocht en een stukje vertier voor de kinderen.
Na een warme tocht komen we lichtelijk bezweet aan op Boma Letu. We zoeken snel de schaduw op, want de gouden zon is toch wat veel voor ons ‘withuiden’. Gelukkig mogen we plaatsnemen in één van de schoolgebouwen voor de diploma-uitreiking.
Na een legio toespraken en een voordracht van de groep geslaagden is het tijd voor de diploma-uitreiking. Per geslaagd kind wordt een foto gemaakt met de ouder of de leraar (in geval van een wees) én één van ons. Met dertien personen en dertig uitreikingen betekent dat een flink aantal foto’s. Na de groepsfoto zijn we vrij om te gaan.
Zoals in een goed boek scheiden de verhaallijnen zich. Een deel van de groep gaat ervandoor voor een boda-boda rit, een deel van de groep doet een creatieve activiteit met de kinderen, en het laatste deel gaat met het bestuur van Boma Letu om tafel om te vergaderen.
Bij de boda-boda rit is het de vraag wie de bezienswaardigheid is: de locals in de binnenlanden van het Victoriameer of de mzungu’s achter op de motor, onder het rode stof. Het bericht dat er meerdere blanke personen op de boda-boda zijn gespot, gaat als een lopend vuurtje rond. Aan het eind komen de kinderen dan ook niet meer aanrennen, maar staan ze al klaar om te zwaaien.
De kinderen op Boma Letu hebben geen tijd om te zwaaien: zowel de meiden als de jongens gaan helemaal op in het maken van maskers en tassen. Niet zo gek als je als voetbalfanaat je eigen voetbaltas mag maken — de jongens kiezen vanzelfsprekend voor hun favoriete Engelse club: Manchester, Chelsea of Liverpool.
Dat voetbal moet natuurlijk doorleefd worden. Vandaar dat er daarna met de boda-bodarijders ook nog gevoetbald wordt.
Waar de kinderen gefocust zijn op het nu, is de vergadering vooral gericht op het verleden en de toekomst. Hoe ging het afgelopen jaar? Wat ging er goed, wat kan er beter? Welke projecten willen we in de toekomst oppakken of voortzetten? Welke projecten stoppen we? Elke vraag centreert zich rond de hamvraag: hoe zorgen we samen voor een zelfredzame toekomst?
Daarin is er een verschil tussen het westerse vooruitkijken, plannen en reflecteren, en het Afrikaanse ubuntu: zijn, beleven en doorleven. Elk gesprek is zoeken naar hoe we die werelden bij elkaar brengen en hier een zelfredzame toekomst kunnen realiseren die past bij de Keniaanse beleving en doorleving. Dat is zoeken en dwalen, maar de weg vooruit laat zich op den duur wel vinden.
Rond half drie vindt de groep elkaar weer, een ervaring rijker — sommige levendiger dan andere. We sluiten af met het laatste deel van de rondleiding en stappen dan de landrovers weer in. In de stortregen komen we aan in het hotel; de gouden zon en de blauwe hemel laten zich vandaag niet meer zien. Maar morgen is weer een nieuwe dag.












If you can walk, you can dance
Geschreven door Theresia
9 November - Vandaag is het zondag, een rustdag. Na het ontbijt rijden we de inmiddels vertrouwde route naar Boma Letu. Onderweg zien we stromen van prachtig aangeklede, met name vrouwen, onderweg naar de kerk. Kenia is vanwege haar geschiedenis een overwegend christelijk land: 85% is christen(protestant of katholiek) en 11% islamitisch. Je ziet zo nu en dan ook een sikh of hindoeïstische gelovige.
We arriveren ruim op tijd bij de kerk. Die begint hier ergens tussen 9 uur en half 10: als er genoeg mensen zitten begint de dienst. Die bestaat uit meerdere delen. Vanochtend om 7 uur zijn de kinderen al begonnen met de zondagsschool en ze eindigen hier in de kerk met het zingen van nog wat liedjes. Meteen valt het ingebakken ritme dat er hier van jongs af aan in zit. Een Afrikaans gezegde is dan ook ‘if you can walk, you can dance’
We zullen er de rest van de dienst volop van kunnen genieten. Inmiddels stroomt langzaam de rest van de kerk vol, die vorig jaar nieuw is gebouwd. De trots van de gemeenschap.
De dienst begint met de mogelijkheid om een vraag te stellen. Een meneer wil weten waar de duivel vandaan komt. De voorganger nodigt degene die hier wat op wil zeggen, op te staan en antwoord te geven. Zowel jongeren als ouderen delen hun inzicht. Alles wordt voor ons vertaald en opnieuw valt het op hoe intrinsiek het geloof van deze mensen zit. Het komt recht uit het hart. Daarna volgt er een serie van maar liefst drie preken, waaronder een van onze eigen Helma (dochter van Teun en Geertje). Het sluit mooi op elkaar aan: Licht dat de duisternis verdrijft en het kwaad heeft verslagen. Tussendoor wordt er samen gebeden, een kakofonie van biddende mensen die met opgeheven handen God danken en prijzen. En is er muziek. De microfoons zijn tussen de preken door aangezet en worden tot maximaal volume gebruikt. De meiden van Boma Letu komen naar voren om ons te leiden in het aanbidden in woord en daad: dansen is hier een uiting van aanbidding, blijdschap, dankbaarheid.
Na de dienst is er een veiling; er worden koekjes geveild om geld op te halen voor het kerkgebouw. Alle dozen worden verkocht en meteen uitgedeeld, men koopt vooral koekjes voor elkaar. We praten nog wat na en er moeten natuurlijk foto’s worden gemaakt.
Het is inmiddels lunchtijd, want ja een vaste tijd om te stoppen is er niet voor de kerkdienst. We zien hoe de kokkinnen grote pannen spinazie en ugali (gekookt maismeel) hebben klaargemaakt. Op het terrein van Boma Letu lopen ook veel kinderen uit de omgeving rond, lees de vorige blog voor meer context. Helaas kan Boma Letu niet al deze monden er ook nog bij voeden, en dus moeten er ook kinderen worden geweerd uit de eetzaal. Hartverscheurend.
Het geeft een inkijk in de moeilijke keuzes waar de leiders van Boma Letu keer op keer voor komen te staan. En wat blootlegt hoe moeilijk het is om als rijke buitenlander hier een verschil proberen te maken. Wat helpt echt? Hoe ver ga je? Wat wordt hierin van ons gevraagd, wat mag er gedeeld worden? Maar ook, hoe te zijn in gebrokenheid van deze wereld?
Ondertussen spelen de kids vrolijk met hun zelfgemaakte voetbal om alvast in te spelen. Nadat de lunch op is gaan we naar een eindje verderop waar een heus voetbalveld is aangelegd. FC Boma Letu tegen FC Matayos. De kinderen van het weeshuis tegen de kinderen van het dorp. Ze hebben een lichte voetbal, waarvan we ons afvragen of die niet veel te hard over het veld stuitert. Dan zien we dat het grootste deel van de jongens geen schoenen aan heeft. Dat verklaart veel. Het wordt een spannende wedstrijd waarin de eindstand gelijk is. Dus komt er een strafschoppenserie met….FC Boma Letu als winnaar! Het gejuich is tot op de campus 500 meter verderop te horen.
De boys worden beloond met een gloednieuwe voetbal, zowel het winnende als het verliezende team. Er wordt nog wat frisdrank uitgedeeld aan de kids, maar het begint inmiddels opnieuw hard te regenen.
Door de verfrissende regenbui rijden we terug naar Farmview Hotel om bij te komen. Het was weer een geslaagde dag.







Grijze gebieden rond de evenaar
Geschreven door Matthieu
10 november - Aan het begin van de tweede week mogen we iets langer slapen om uitgerust de week in te gaan. We ontbijten om 8.00 uur en vertrekken rond 8.45 uur naar het project. Vandaag is de dag van ons laatste bezoek, en er is nog een hoop te bespreken en te doen. Voordat we aankomen, stoppen we eerst even bij de bank. Zaterdag is de betaalpas van onze penningmeester, Teun van Blijderveen, ingeslikt. We proberen vandaag de pas terug te krijgen. Dat zou niet heel lastig moeten zijn, ware het niet dat iemand in het weekend de ATM heeft gesloopt: het deel waar de kaart wordt ingestoken ligt aan diggelen. We dreigen daardoor verzeild te raken in een CSI-aflevering, waarbij Teun als verdachte is aangemerkt op het plaats delict. Teun praat echter als brugman, en zijn betaalpasje is de onderste op de stapel. Conclusie: Teun kan het niet gedaan hebben, want anders waren er geen andere pasjes ingeslikt. Dus na een goed half uur kunnen we, met pas, onze weg vervolgen.
Als we aankomen, duikt het bestuur direct de vergadering in. De rest van de groep observeert en helpt met de dagelijkse bezigheden op het project: meel maken, groenten plukken, eten klaarmaken en vooral veel foto’s maken.
Ondertussen is het intensief vergaderen geblazen. Het voelt als koorddansen. Aan de ene kant willen we niet vertellen wat ze moeten doen en willen we graag dat ze zelf initiatief en beslissingen nemen. Aan de andere kant wil je soms ook kunnen aangeven dat een bepaalde situatie onverstandig is, zonder dat ze dan gelijk zwichten omdat jij de ‘patron’ bent met de portemonnee.
Die ‘patron-client’-relatie zit diepgeworteld in de cultuur. In de stedelijke gebieden probeert de Gen Z-generatie los te komen van deze relatie, en van het nepotisme en de zelfverrijking die daar het gevolg van zijn. Afgelopen jaar hebben die protesten zelfs de Nederlandse kranten gehaald. De verandering is ingezet, maar gaat met een slakkengang. Niet heel veel anders dan (culturele) verandertrajecten bij organisaties en instellingen in Nederland. Echter, meer schrijnend in Kenia, omdat de noodzakelijke stabiele, egalitaire, bureaucratische basis simpelweg ontbreekt. Als stichting streven we naar samenwerking en zelfredzaamheid voor Boma Letu, zodat zij zelf hun toekomst kunnen bepalen. Daarbij is het uitgangspunt dat we als gelijkwaardige partners aan tafel zitten. Maar er is een wetmatigheid dat degene met de portemonnee uiteindelijk beslist. Gecombineerd met het ingewortelde patron-client-systeem lopen we elk gesprek het risico om terug te vallen in de hulpverlener-hulpbehoevende dynamiek. We willen graag helpen.
We hebben gelukkig in de loop van de jaren geleerd hoe we kunnen terugduwen: vragen stellen in plaats van statements maken. Duwen en trekken om de bal weer bij Boma Letu te leggen. Of het nu gaat om de prioritering, of om welke projecten door te zetten en met welke projecten te stoppen — uiteindelijk is het hun beslissing, uiteindelijk gaat het om hun toekomst. We eindigen met een uitkomst waarmee we denken te kunnen doorgaan voor het komende jaar. Er is immers veel wat we zien, maar nog meer wat we niet (voor)zien.
Nadat we letterlijk en figuurlijk klaar zijn met vergaderen, is het tijd voor nog meer foto’s. We maken onder andere foto’s van de kinderen. De kinderen hebben inmiddels een brief aan de sponsors geschreven. Om de kinderen een beetje een idee te geven wat ze konden schrijven, hebben we een template gemaakt. Zo krijgen de sponsors in Nederland ook een beter idee hoe het gaat en wat een kind leuk vindt. Sommige kinderen weten wie hun sponsor is (vanwege een eerdere reis), anderen hebben (nog) geen idee. Maar ze zijn stuk voor stuk dankbaar voor de toekomst die mogelijk wordt gemaakt door de sponsorbijdrage.
Ik besef me heel goed dat kind-sponsoring een grijs gebied is. Het creëert deels een afhankelijkheidsrelatie. Tegelijkertijd willen we, zolang Boma Letu niet volledig zelfredzaam is, de 40+ kinderen die Boma Letu opvangt wel te eten geven, van de juiste medicatie (HIV, malaria) voorzien en naar school sturen. Het zijn delen van een lastige puzzel die we met elkaar proberen te leggen. In ieder geval genieten de kinderen van de aandacht, hoewel sommigen wat verlegen zijn voor de foto’s.
De tijd van afscheid komt snel daarna.
Onder een blauwe hemel nemen we afscheid van elkaar. Een paar dagen hebben we samen de dag beleefd, ervaringen gedeeld en opgetrokken. Een kort moment, een foto, in ieders levensreis, met een blijvende indruk. Ondanks alle moeilijkheid, armoede en achterstand in deze omgeving, is het een zegen een moment van vreugde met elkaar te delen.
Inmiddels is de lucht niet meer strakblauw, maar donkergrijs gekleurd. De nacht nadert met rasse schreden, maar wordt ingehaald door de regen. Het komt met bakken uit de lucht. Het is net of de hemel huilt. In de grijze schemering worden onze voetstappen weggewassen, maar de herinnering blijft.



The journey as our destination
Geschreven door Theresia
11 & 12 november - Het is een vroegertje vandaag. Om kwart over 5 worden we gewekt door een gebedsoproep in de buurt van het hotel. Half 7 vertrekken we na een aantal nachten in Farmview te zijn verbleven. We zullen vandaag met name zittend in de auto doorbrengen. Eindbestemming: Tentenkamp Ol Moran, midden op de Masai Mara.
De weg kronkelt door de heuvels en velden, we zien het landschap langzaam maar zeker veranderen. Waar de counties naast Busia groen zijn met enorme theeplantages, wordt het landschap rond de Masai Mara droog en dor. Een enorme verscheidenheid aan cactussen en natuurlijk de karakteristieke Maasai mensen. Ze dragen roodgeblokte deken, de shuka. Rood staat voor moed en eenheid. De Maasai zijn de meest kenmerkende groep Kenianen. Ze stammen af van de Nilotische stam en komen oorspronkelijk uit de Nijlvallei (hedendaags Zuid-Soedan/Ethiopie). Rond de 15e eeuw migreerden ze naar het zuiden, het hedendaagse Kenia en Tanzania. Van oorsprong zijn het nomaden die rondtrokken met hun vee. In de 19e eeuw kenden deze stam een perioden van enorme uitbreiding van hun gebied, met name rond de Riftvallei. Ze stonden bekend om hun skills in oorlogsvoering. Eind 19e, begin 20e eeuw was er een periode van ziektes, meegekomen met de kolonialisten gecombineerd met enorme droogte. Dit zorgde voor een verzwakking van de Maasai. Het is ze echter gelukt om hun cultuur te behouden en vandaag de dag worden de eeuwenoude tradities nog steeds in stand gehouden. Ze zijn overigens ook opvallend lang ten opzichte van andere Kenianen: dit komt door een calciumrijk dieet. Gezien de enorme hoeveelheid koeien die ze bezitten, is er melk in overvloed.
Na zo’n 2 uur over enorme hobbelwegen te hebben gereden, komen we aan op Ol Moran. Onze koffers worden hoffelijk naar onze tent gebracht en vannacht zullen we bewaakt worden door deze Maasai mannen.
De volgende ochtend rijden we na een heerlijk ontbijt richting de Masai Mara National Reserve, een park dat zo’n 1500km2 is. Er staan geen hekken om dit park, dus de omringende bevolking is gewend aan het moeten leven tussen de wilde dieren. We rijden langs een enorm rotsblok dat de plek markeert waar een Australiër, die een avondwandeling wilde maken, dood werd getrapt door een kudde olifanten. Dat plaatst onze wolven even in een ander perspectief.
We zullen vandaag de hele dag rondrijden in dit immense park, waar we een enorme hoeveelheid dieren spotten. Zebra’s, giraffen(de Masai giraf, te herkennen aan zijn lengte en gevlekte poten), olifanten, gnoe’s, antilopes, waterbuffels, impala’s, hyena’s, leeuwen, struisvogels, krokodillen, nijlpaarden, pumba’s(wrattenzwijnen), verschillende soorten arenden, stokstaartjes en zelfs een cheetah.
Het wordt ‘game drive’ genoemd en het voelt inderdaad als een spel waarbij we met elkaar op de uitkijk staan om een dier te spotten. Wat indruk maakt is een leeuwin die net een baby pumba heeft gescoord. We staan op nog geen 5 meter afstand te kijken naar hoe haar scherpe tanden het biggetje smakelijk vermalen. Ook zien we een leeuw die een waterbuffel heeft gedood, een dier dat bijna twee keer zijn grootte is. Het is met recht de koning van de dieren.
Na een lange dag rijden we terug naar het tentenkamp, waar we een verfrissende douche kunnen nemen. Straks lekker ons bed in, morgen de laatste volle dag in dit bijzondere land.









De laatste paradoxen
Geschreven door Matthieu
13 & 14 november - Het is een zonnige en winderige ochtend als we wakker worden. We pakken snel onze koffers en ontbijten. Voordat we vertrekken, bezoeken we eerst nog een Maasai-clan die ons meer kan vertellen over hun traditionele manier van leven.
Tijdens een korte wandeling leren we over de lokale flora en de huishoudelijke toepassingen. ‘Morning Glory’ als wc-papier, ‘Sand Paper Tree’ als schuurpapier — relevant, want die twee wil je echt niet door elkaar halen. Bij aankomst worden we verwelkomd met een traditionele Maasai-dans. Onderdeel daarvan is springen vanuit gestrekte benen: hoe hoger je als man kunt springen, hoe lager de bruidschat die je betaalt voor je aanstaande. Een fysieke demonstratie van kracht en status. Onze eigen mannen mogen ook een poging wagen.
Na de dans krijgen we een rondleiding door het dorp. De Maasai laten ons zien hoe ze met hardhout en zachthout vuur maken en we mogen hun huizen bekijken. Hoe indrukwekkend het vuur maken ook is, wat het meest bijblijft is de in rook gehulde, donkere hut waarin de Maasai slapen. Soms met z’n zessen in één kleine kamer, met één kamer ernaast die altijd vrij wordt gehouden voor een gast. Het is één van die dingen die ik nooit helemaal kan bevatten: goed voor anderen zorgen, maar niet altijd voor jezelf. Dicht bij de natuur leven en er veel van weten, maar het vee het hele dorp laten onderpoepen. Leven mét de natuur, maar tegelijk een pride leeuwen doden als ze een paar koeien pakken wanneer die in het reservaat grazen. Het zijn treffende voorbeelden van de paradoxen die je in dit land tegenkomt.
Navigerend tussen de koeienpoep praat ik met een aantal Maasai-mannen. Zij zijn inmiddels christen geworden. Dat betekent dat ze niet meer alle traditionele gebruiken volgen, maar ook niet volledig zijn gestopt. Geen vrouwenbesnijdenis meer, maar wel nog mannenbesnijdenis — midden in het dorp, tussen het vee, zonder verdoving. Een echte Maasai-man moet dat in stilte doorstaan: niet kreunen, niet huilen; flauwvallen mag wel. Het oude en het nieuwe vermengen zich steeds meer in Kenia, ook bij de Maasai. Wat behouden ze uit hun tradities? Wat nemen ze over uit de moderne wereld? En welke elementen botsen juist? Het zijn open vragen, zonder eenvoudig antwoord.
Na een paar souvenirs te hebben gekocht en een kort vaarwel vervolgen we onze weg. Hobbelend en schuddend rijden we terug naar Narok en vandaar via de hellingen van het Mau-gebergte en Mau-Narok richting Nakuru en vervolgens naar Lake Elementaita. Voor het eerst hebben we het onderweg fris wanneer we de hellingen beklimmen. Tijdens de afdaling hobbelen we over weggeregend asfalt — intenser dan de off-road ervaringen richting de Maasai Mara. Waar de wegen in de Kikuyu-regio over het algemeen goed zijn, is dit een uitzondering. Misschien omdat het geen hoofdweg is, of misschien omdat dit de regio is waar ooit de opstand tegen de kolonisator ontstond en mislukte. Hoe dan ook: de Kikuyu’s kijken liever vooruit. Van alle stammen hebben zij zich misschien wel het best aangepast aan de westerse levensstijl. Dat is minder moeilijk wanneer je de dominante stam bent met de meeste ruling families, de meeste presidenten en daardoor ook de meeste rijkdom in de afgelopen 80 jaar. Tegelijkertijd tonen zij opvallend veel initiatief; in Kenia staan zij bekend als ondernemend — passend bij het kapitalisme dat het land steeds meer omarmt.
Dat ondernemende karakter is overal zichtbaar. Niet alleen zijn de hotels netter en de straten schoner; ook de houding van de mensen is minder apathisch. Ongeacht hun status proberen ze er iets van te maken — zelfs als dat betekent dat ze de weg blokkeren om vervolgens tol te vragen. Ook op de koffieplantage die we de volgende dag bezoeken, is het ondernemerschap merkbaar. Onze energieke gids Raymond vertelt hoe de koffie zo ecologisch mogelijk wordt verbouwd en trakteert ons op allerlei trivia: welke koffieplanten er zijn, welk land de beste koffie produceert, welk land per persoon het meest koffie drinkt en waar koffie oorspronkelijk vandaan komt. Wie binnenkort Triviant speelt met één van ons, is gewaarschuwd: die gaat zeer waarschijnlijk verliezen. Wanneer we horen dat deze plantage ook aan Starbucks levert, is de keuze snel gemaakt — in het winkeltje kopen we de schappen leeg. We blijven tenslotte Nederlanders.
Met dat bezoek sluiten we onze reis naar Kenia af en vertrekken richting het vliegveld, waar we in de avond zullen aankomen. Over een paar uur vertrekt onze vlucht en laten we dit land vol tegenstellingen achter ons: potentieel en armoede, traditie en toekomst, schoonheid en strijd. Het was een mooie reis — en het is mooi geweest. Vanuit het land van de blauwe hemel en gouden zon vertrekken we weer naar het land van de gouden heuvels. Het zou prachtig zijn als we dat ooit ook over dit land kunnen zeggen.









